Ali-Uli Wosope? (How is everybody?)
Door: Beheerder
Blijf op de hoogte en volg Dyon
20 Juli 2009 | Malawi, Mangochi
Ali-Uli is één van de eerste zinnetjes die ik hier heb geleerd tijdens mijn Yao taalcursus. Nevermind, 1 vd guards bij het college hostel, is mijn Yao leraar hier in Mangochi. Engels en Chichewa zijn de belangrijkste talen in Malawi, maar de meeste mensen in Mangochi zijn voornamelijk van de Yao tribe. Ook in Chilipa area, waar ons onderzoek plaatsvindt, praten de meeste mensen Yao. Dus elke dag krijg ik één a4-tje met simpele Yao woorden en zinnetjes om in mn hoofd te printen en om de volgende dag op de markt of zo uit te proberen.
Het leven hier is nog steeds mooi en interessant. Ik denk ook niet dat dit heel anders zal zijn eind November, als ik na 5/6 maanden weer terug ga naar Nederland. Ondertussen is het helemaal thuis hier. Op mijn (voor Malawi begrippen) nieuwe mountain bike cross ik nu lekker door Mangochi. Naar de markt om al onze boodschappen te halen, naar de bakker iets verderop voor het enige bruin brood in Mangochi en naar de dorpjes rond Mangochi om wat contacten te leggen en om de interviews en discussie groepen te testen.
Bovendien kan ik nu heerlijk rond Mangochi-stad het gebied verkennen op het fietsje. Mangochi is kleiner dan Heerenveen, dus je hebt redelijk snel alles ontdekt. 12 km verderop is the Lake of Stars (Lake Malawi) al, en aan de andere kant, als je over de Shire river gaat beginnen de heuvels al vrij snel (dus ik ben stiekem aan het trainen Fati). Ik ben erg blij met mijn fiets in ieder geval, alhoewel ik nu nooit meer de fietstaxi hoef te nemen. Overal in Mangochi rijden lui met een kussentje achterop de fiets, die je dan van de ene naar de andere kant van de stad rijden voor ongeveer 20 eurocent. En ze gaan nog hard ook. Bij de kruising waar de enige stoplichten van Mangochi staan, die overigens niet werken, moet je altijd even vragen of ze iets voorzichtiger willen oversteken dan normal, want in het ziekenhuis worden wel eens fietsers binnengebracht die iets te veel risico hebben genomen.
Ondertussen heb ik er ook weer een paar mooie weekend tripjes op zitten. Liwonde National Park stond als eerste op het menu. Samen met Patricia, Marjolein en Sanne gingen we naar het zuiden richting de olifantjes en hippotjes. Na de minibus, die verbazingwekkend genoeg zonder vertraging in één keer naar Liwonde reed, werden we opgepikt door mensen van Chinguni Hills Lodge. Alleen de route naar de lodge was al mooi. De lodge ligt in het national park dus we hadden op de heenreis meteen een gamedrive te pakken. Dit was al aardig, maar eenmaal aangekomen bij de lodge werd het alleen maar mooier. Een über relaxte dorm met uitzicht op de Shire river en de mooie grote vlakte rond de rivier waar allemaal dieren rond huppelen. De eerste dag was vooral genieten van het uizicht, een beetje kaarten met het lawaai vd hippo’s op de achtergrond en heerlijk eten in het restaurant. Maar hier moest natuurlijk ook een gamedrive gedaan worden, dus de eerste ochtend half 5 zaten we in de Jeep voor onze sunset gamedrive. Dus allemaal dieren spotten en de zon langzaam zien opkomen, wat een straf was het weer. Na wat antilopes, impalas, pumba’s en zazu’s (zazu was de naam vd vogel in de Lion King toch?) werd het tijd voor het echte werk. In de verte hoorden we een kudde olifanten, en de gids kon hen ook ruiken zei hij. Dus plankgas richting het geluid. Echter in een dicht begroeit gebied vlak voordat we bij de grote vlakte aankwamen waar de kudde moest staan, kwamen 2 mannetjes (olifanten mannetjes dan hè) op ons afgestormd met wapperende oren en veel trompet geschal. Van beide kanten kwamen ze, en ze waren het er blijkbaar niet mee eens dat wij daar langs wilden rijden. Ze waren zo dichtbij, ongeveer 20 meter gok ik, dat inzoomen met de camere niet meer nodig was en de fotos zijn dan ook geweldig al zeg ik het zelf. Waarschijnlijk was het gewoon een ‘muck charge’ oftewel een dreigaanval, maar de gids zette onmiddelijk de auto in zn achteruit. Het is gewoon een open jeep, dus misschien was dit wel een verstandig plan. Want als ze echt zouden aanvallen dan hadden we geen blik om ons heen om ons te beschermen en dan was het een vrij pijnlijke encounter geworden. Nu was het alleen maar spannend en leuk natuurlijk, wat een stoere beesten zijn het.
Iets later hebben we het weer geprobeerd, en zijn we vol gas door het dicht begroeide stuk gegaan waar ergens de 2 vriendelijke mannetjes nog moesten staan. Op de grote vlakte daarna stond een kudde van 30 of 40 olifanten rustig te grazen. Ik had nog nooit een echte kudde wilde olifanten gezien, alleen een paar losse, maar zo’n kudde ziet er zo rustig en veilig uit. Ze lijken nergens bang voor te zijn en lopen rustig wat door het park heen. Je voelt je heel klein op zo’n moment.
Later die dag zijn we nog met de boot de Shire rivier opgegaan om hippo’s te spotten. Dat was niet zo moeilijk want de rivier zit op sommige punten bomvol met deze grappig uitziende maar gevaarlijke beesten. Tijdens deze boottocht waren er heel wat Kodak momentjes en we hebben met z’n vieren dan ook heel wat foto’s van hippo’s en van de omgeving gemaakt.
Het weekend daarna stond er alweer een tripje op het programma. De maandag was het Independence Day, een national holiday hier, dus we moesten gebruik maken van dit lange weekend natuurlijk. Patricia, Marjolijn en ik zijn de Mathola ingestapt richting Cape Maclear. De Mathola is gewoon een open truck, die volgeladen wordt met spullen en mensen totdat er niks meer bij kan, om dan als soort openbaar vervoer te dienen. Vooral voor de wat kleinere afstanden zijn de Mathola’s super handig en vaak ook je enige optie om ergens te komen.
Op de heenweg naar Cape Maclear kwam onze Mathola op een gegeven moment de heuvel niet meer op en moesten we ongeveer 2 uur lopen. Nou ben ik niet echt een wandel fan, maar hier tussen de groene heuvels met goed gezelschap was het geen enkel probleem. Elke keer als je boven op een heuvel kwam, verscheen de volgende nog mooiere heuvel, en boven op de laatste zie je opeens het dorpje en het meer liggen.
Cape Maclear is volgens de reisgidsen één van de highlights van Malawi. Het is een soort schiereiland into Lake Malawi. Het water is ongelooflijk helder en heeft een mooie groen/blauwe kleur (turquoise is dat toch?). Het is echt een tropisch strand en je hebt uitzicht op kleine groene eilandjes in het meer. Geen wonder dat er dan ook heel wat lodges te vinden zijn langs het strand. Een beetje zwemmen, kanoën, genieten van het uitzicht en in het dorpje rondlopen zijn dingen die je hier volgens mij wel maanden lang kan doen, heerlijk.
De eerste avond zijn we naar een lokale kroeg gegaan in de buurt. Hier gaan alleen mannen op stap blijkbaar en de paar vrouwen die er rondlopen zijn, volgens de mensen die ik heb gesproken, allemaal prostituees. Iedereen zit er aan de Chimbuku. Dit is een liter of 1,5 liter pak met daarin bier gemengd met iets. Één pak Chibuku moet meteen een hele maaltijd zijn met tegelijk een lekker biertje erin gemixt. Ik heb het NOG niet geproefd, maar westerse luitjes die het wel gedaan hebben zeggen dat het smaakt als ‘kots’. En ik moet toegeven zo ziet het er ook wel een beetje uit. Het is hier immens populair, dus ik zal het toch een keertje moeten proeven ben ik bang.
De 2e dag in Cape Maclear zijn we naar Otter Point gegaan. Een kwartiertje lopen buiten het dorp of zo, en in National Park Lake Malawi. Een afgelegen stuk strand/rotsen met echt een nog mooier uitzicht dan vanaf onze lodge. Het stikt er van de tropsiche vissen en als je een beetje brood in het water gooit dan wordt het spitsuur rond het brood. Een gast uit Cape Maclear heeft mij zelfs geleerd hoe je deze vissen met je handen kon vangen. Je verbrokkelt de stukken brood tussen je handen en laat een klein beetje ruimte tussen je handen waar dan het brood drijft. Hier komen ze allemaal op af, en als ze dan tussen je handen zitten, klap je snel je handen samen en dan heb je de vis te pakken. Vissen is nog nooit zo makkelijk geweest volgens mij.
S’avonds is weer een lokale kroeg opgezocht, Thomas, en daar hebben Patricia en ik even dansles gekregen. Tenminste, zij laten zien hoe het echt moet, en wij staan/ bewegen/ dansen een beetje mee. Die gasten kunnen dansen joh echt niet normaal. Later zijn Patricia en ik nog naar de Reggea Bar gegaan, blijkbaar the place to be voor alle Azungu’s (blanken). Ik heb er nog nooit zo veel bij elkaar gezien hier in Malawi geloof ik.
Het weekend is nog goed afgesloten met een toeristische route terug in de Mathola. Ipv recht toe recht aan over de asfaltweg naar Mangochi, zijn we 3 keer een hobbelig zijweggetje ingeslagen (een zijweggetje betekent hier ook automatisch een dirt road, want alleen de hoofdwegen zijn ge-asfalteerd hier) om ergens verderop in een dorpje enorme zakken met Masawo’s op te halen. Dit zijn een soort hele kleine appeltjes die hier als snack worden gebruikt en iets van geld opleveren voor de dorpjes. Blijkbaar hadden ze nog niet vaak Azungu’s achter in de Mathola in dit dorpje gezien want het halve dorp liep uit om tijdens het inladen de Azungu’s te bekijken. Erg leuk allemaal en het is ook erg leuk om uit / toe gelachen te worden als je wat woordjes Yao of Chichewa uitkraamt.
In ieder geval een erg geslaagde trip.
We hoeven niet elke keer ver weg voor een toeristische activiteit trouwens want in Mangochi zelf hebben we Fort Johnston en het Lake Malawi Museum. Ooit, toen Dr Livingston zich als missionair settelde rond Lake Malawi, was Fort Johnston één van de belangrijke punten voor hen. Mangochi heette in die tijd dan ook Fort Johnston. Langs de Shire river zou Fort Johnston nu nog zijn en dat was het bezoeken waard volgens de reisverhalen. Dus erop af. Allereerst een paar drankjes bij een lodge/café genaamd Fort Jonhston. Hier kun je rustig voor je uit staren over de mooie Shire, dus waarschijnlijk is dit wel een plek waar ik vaker zal komen. Daarna ging ik rondvragen waar het Fort zelf was. Ik kreeg wat vage antwoorden en ze keken me soms ook aan alsof ik een ingewikkeld wiskunde vraagstuk aan hen voorlegde. Eerst dacht ik dat het gewoon een taal probleem was maar na een tijdje kwam ik erachter dat waar we net onze drankjes hadden gehad, Fort Johnston was. Ik had helemaal een kasteelachtig iets verwacht of nog iets van een ruïne, maar het was nu gewoon een leuke lodge met een mooi uitzicht.
Maar gelukkig hebben we nog een tweede toeristische trekpleister in Mangochi, en dat is het Lake Malawi Museum. De eerste twee keer dat we daar voor de deur stonden hadden ze geen elektriciteit, maar 3x is scheepsrecht en konden we naar binnen. En het viel me niks tegen moet ik zeggen. Veel info over de geschiedenis en alle stammen in Mangochi District. Over dat één van de oudste voorouders van ons mensen hier zijn teruggevonden en over de natuur van Lake Malawi en omgeving. Het is geen Rijksmuseum, maar toch voor Mangochi begrippen was het een heel goed en mooi museum. En we hebben weer mooi wat kunstzinnigs gedaan, het kan allemaal in Malawi.
En ten slotte is naar de kapper gaan, ook een hele gebeurtenis hier. Overal staan hokjes langs de kant van de weg van 2 bij 2 meter, met de titel ‘barber’. Dus ik bij eentje naar binnen. De kapper kon geen woord Engels maar ze hebben aan de muur allemaal foto’s hangen van mogelijke kapsels en hij maakte duidelijk dat ik daar uit kon kiezen. Van P. Diddy en 50 Cent tot Bob Marley en Shaggy. Ik kon kiezen wat ik wilde. Bovendien zijn de meeste mannen hier kaal of net niet kaal, dus dat kon ik ook kiezen. Maar dat was toch niet helemaal wat ik wilde. Dus ik heb iemand gevraagd of die kon gaan vertalen voor mij over wat ik wilde. Dat kwam allemaal wel goed gaf de kapper zelfverzekerd aan. De tondeuse werd gepakt en er werd een kop op gezet. En met één hand uit de losse pols ging de tondeuse door mijn haar. Af en toe verveelde de kapper zich geloof ik want tijdens mijn tondeuse beurt heeft die de helft van de tijd naar buiten gekeken en was die wat aan het lullen met de mannen die allemaal nieuwsgierig kwamen kijken. Na de eerste ronde werd er een nieuwe kop op gezet en ging die weer aan de gang, want blijkbaar heeft de mannen kapper hier geen schaar, maar werken ze alleen met de tonduese. Het haar bleef maar van mijn hoofd vallen. Uiteindelijk met de derde kop ging die iets preciezer aan het werk, wat betekent dat hij keek naar wat die aan het doen was en niet kris kras door mn haar ging met de tondeuse.
Al vrij snel was hij klaar en 1 euro rijker. De spiegel werd tevoorschijn gehaald, en wonder boven wonder was ik nog niet kaal. Wel ben ik 3 kwart van mijn haar kwijt, maar het eindresultaat was helemaal niet zo erg als ik had verwacht. Erg kort, en een beetje strak, maar met een weekje of 2 en een beetje gel zal het wel helemaal goed zijn. En eigenlijk is het ook wel lekker, want ondanks dat het hier hartje winter is kan het hier toch behoorlijk warm zijn.
Afgelopen weekend zijn Patricia en Marjolijn helaas vertrokken richting Nederland, maar nieuwe Nederlands zijn alweer geïmporteerd. De medical interns uit Leiden en Groningen blijven komen, en gaan meestal weer na een week of 5. Erg interessant, en leuk om andere een beetje de weg te wijzen, maar soms ook irritant dat je steeds weer opnieuw elkaar moet leren kennen. Gelukkig blijven alle Malawiers wel gewoon waar ze zijn, dus die contacten zijn gewoon voor een langere periode. Af en toe eet ik bij Austin, de nieuwe accountant van het College of Medicine hier, die ongeveer tegelijk met mij aankwam in Mangochi, en soms ga ik even op pad met één vd guards die mij maar al te graag rondleiden of wat dan ook. En natuurlijk ben ik veel op pad met Mary en Elliot voor mijn onderzoek, dus ik leid absoluut geen lonely life hier.
Voor idereen die het einde van dit bericht heeft gehaald, Zigòmó Kwambierie voor het lezen, en have fun in de vakantie allemaal.
Haiewa
Het leven hier is nog steeds mooi en interessant. Ik denk ook niet dat dit heel anders zal zijn eind November, als ik na 5/6 maanden weer terug ga naar Nederland. Ondertussen is het helemaal thuis hier. Op mijn (voor Malawi begrippen) nieuwe mountain bike cross ik nu lekker door Mangochi. Naar de markt om al onze boodschappen te halen, naar de bakker iets verderop voor het enige bruin brood in Mangochi en naar de dorpjes rond Mangochi om wat contacten te leggen en om de interviews en discussie groepen te testen.
Bovendien kan ik nu heerlijk rond Mangochi-stad het gebied verkennen op het fietsje. Mangochi is kleiner dan Heerenveen, dus je hebt redelijk snel alles ontdekt. 12 km verderop is the Lake of Stars (Lake Malawi) al, en aan de andere kant, als je over de Shire river gaat beginnen de heuvels al vrij snel (dus ik ben stiekem aan het trainen Fati). Ik ben erg blij met mijn fiets in ieder geval, alhoewel ik nu nooit meer de fietstaxi hoef te nemen. Overal in Mangochi rijden lui met een kussentje achterop de fiets, die je dan van de ene naar de andere kant van de stad rijden voor ongeveer 20 eurocent. En ze gaan nog hard ook. Bij de kruising waar de enige stoplichten van Mangochi staan, die overigens niet werken, moet je altijd even vragen of ze iets voorzichtiger willen oversteken dan normal, want in het ziekenhuis worden wel eens fietsers binnengebracht die iets te veel risico hebben genomen.
Ondertussen heb ik er ook weer een paar mooie weekend tripjes op zitten. Liwonde National Park stond als eerste op het menu. Samen met Patricia, Marjolein en Sanne gingen we naar het zuiden richting de olifantjes en hippotjes. Na de minibus, die verbazingwekkend genoeg zonder vertraging in één keer naar Liwonde reed, werden we opgepikt door mensen van Chinguni Hills Lodge. Alleen de route naar de lodge was al mooi. De lodge ligt in het national park dus we hadden op de heenreis meteen een gamedrive te pakken. Dit was al aardig, maar eenmaal aangekomen bij de lodge werd het alleen maar mooier. Een über relaxte dorm met uitzicht op de Shire river en de mooie grote vlakte rond de rivier waar allemaal dieren rond huppelen. De eerste dag was vooral genieten van het uizicht, een beetje kaarten met het lawaai vd hippo’s op de achtergrond en heerlijk eten in het restaurant. Maar hier moest natuurlijk ook een gamedrive gedaan worden, dus de eerste ochtend half 5 zaten we in de Jeep voor onze sunset gamedrive. Dus allemaal dieren spotten en de zon langzaam zien opkomen, wat een straf was het weer. Na wat antilopes, impalas, pumba’s en zazu’s (zazu was de naam vd vogel in de Lion King toch?) werd het tijd voor het echte werk. In de verte hoorden we een kudde olifanten, en de gids kon hen ook ruiken zei hij. Dus plankgas richting het geluid. Echter in een dicht begroeit gebied vlak voordat we bij de grote vlakte aankwamen waar de kudde moest staan, kwamen 2 mannetjes (olifanten mannetjes dan hè) op ons afgestormd met wapperende oren en veel trompet geschal. Van beide kanten kwamen ze, en ze waren het er blijkbaar niet mee eens dat wij daar langs wilden rijden. Ze waren zo dichtbij, ongeveer 20 meter gok ik, dat inzoomen met de camere niet meer nodig was en de fotos zijn dan ook geweldig al zeg ik het zelf. Waarschijnlijk was het gewoon een ‘muck charge’ oftewel een dreigaanval, maar de gids zette onmiddelijk de auto in zn achteruit. Het is gewoon een open jeep, dus misschien was dit wel een verstandig plan. Want als ze echt zouden aanvallen dan hadden we geen blik om ons heen om ons te beschermen en dan was het een vrij pijnlijke encounter geworden. Nu was het alleen maar spannend en leuk natuurlijk, wat een stoere beesten zijn het.
Iets later hebben we het weer geprobeerd, en zijn we vol gas door het dicht begroeide stuk gegaan waar ergens de 2 vriendelijke mannetjes nog moesten staan. Op de grote vlakte daarna stond een kudde van 30 of 40 olifanten rustig te grazen. Ik had nog nooit een echte kudde wilde olifanten gezien, alleen een paar losse, maar zo’n kudde ziet er zo rustig en veilig uit. Ze lijken nergens bang voor te zijn en lopen rustig wat door het park heen. Je voelt je heel klein op zo’n moment.
Later die dag zijn we nog met de boot de Shire rivier opgegaan om hippo’s te spotten. Dat was niet zo moeilijk want de rivier zit op sommige punten bomvol met deze grappig uitziende maar gevaarlijke beesten. Tijdens deze boottocht waren er heel wat Kodak momentjes en we hebben met z’n vieren dan ook heel wat foto’s van hippo’s en van de omgeving gemaakt.
Het weekend daarna stond er alweer een tripje op het programma. De maandag was het Independence Day, een national holiday hier, dus we moesten gebruik maken van dit lange weekend natuurlijk. Patricia, Marjolijn en ik zijn de Mathola ingestapt richting Cape Maclear. De Mathola is gewoon een open truck, die volgeladen wordt met spullen en mensen totdat er niks meer bij kan, om dan als soort openbaar vervoer te dienen. Vooral voor de wat kleinere afstanden zijn de Mathola’s super handig en vaak ook je enige optie om ergens te komen.
Op de heenweg naar Cape Maclear kwam onze Mathola op een gegeven moment de heuvel niet meer op en moesten we ongeveer 2 uur lopen. Nou ben ik niet echt een wandel fan, maar hier tussen de groene heuvels met goed gezelschap was het geen enkel probleem. Elke keer als je boven op een heuvel kwam, verscheen de volgende nog mooiere heuvel, en boven op de laatste zie je opeens het dorpje en het meer liggen.
Cape Maclear is volgens de reisgidsen één van de highlights van Malawi. Het is een soort schiereiland into Lake Malawi. Het water is ongelooflijk helder en heeft een mooie groen/blauwe kleur (turquoise is dat toch?). Het is echt een tropisch strand en je hebt uitzicht op kleine groene eilandjes in het meer. Geen wonder dat er dan ook heel wat lodges te vinden zijn langs het strand. Een beetje zwemmen, kanoën, genieten van het uitzicht en in het dorpje rondlopen zijn dingen die je hier volgens mij wel maanden lang kan doen, heerlijk.
De eerste avond zijn we naar een lokale kroeg gegaan in de buurt. Hier gaan alleen mannen op stap blijkbaar en de paar vrouwen die er rondlopen zijn, volgens de mensen die ik heb gesproken, allemaal prostituees. Iedereen zit er aan de Chimbuku. Dit is een liter of 1,5 liter pak met daarin bier gemengd met iets. Één pak Chibuku moet meteen een hele maaltijd zijn met tegelijk een lekker biertje erin gemixt. Ik heb het NOG niet geproefd, maar westerse luitjes die het wel gedaan hebben zeggen dat het smaakt als ‘kots’. En ik moet toegeven zo ziet het er ook wel een beetje uit. Het is hier immens populair, dus ik zal het toch een keertje moeten proeven ben ik bang.
De 2e dag in Cape Maclear zijn we naar Otter Point gegaan. Een kwartiertje lopen buiten het dorp of zo, en in National Park Lake Malawi. Een afgelegen stuk strand/rotsen met echt een nog mooier uitzicht dan vanaf onze lodge. Het stikt er van de tropsiche vissen en als je een beetje brood in het water gooit dan wordt het spitsuur rond het brood. Een gast uit Cape Maclear heeft mij zelfs geleerd hoe je deze vissen met je handen kon vangen. Je verbrokkelt de stukken brood tussen je handen en laat een klein beetje ruimte tussen je handen waar dan het brood drijft. Hier komen ze allemaal op af, en als ze dan tussen je handen zitten, klap je snel je handen samen en dan heb je de vis te pakken. Vissen is nog nooit zo makkelijk geweest volgens mij.
S’avonds is weer een lokale kroeg opgezocht, Thomas, en daar hebben Patricia en ik even dansles gekregen. Tenminste, zij laten zien hoe het echt moet, en wij staan/ bewegen/ dansen een beetje mee. Die gasten kunnen dansen joh echt niet normaal. Later zijn Patricia en ik nog naar de Reggea Bar gegaan, blijkbaar the place to be voor alle Azungu’s (blanken). Ik heb er nog nooit zo veel bij elkaar gezien hier in Malawi geloof ik.
Het weekend is nog goed afgesloten met een toeristische route terug in de Mathola. Ipv recht toe recht aan over de asfaltweg naar Mangochi, zijn we 3 keer een hobbelig zijweggetje ingeslagen (een zijweggetje betekent hier ook automatisch een dirt road, want alleen de hoofdwegen zijn ge-asfalteerd hier) om ergens verderop in een dorpje enorme zakken met Masawo’s op te halen. Dit zijn een soort hele kleine appeltjes die hier als snack worden gebruikt en iets van geld opleveren voor de dorpjes. Blijkbaar hadden ze nog niet vaak Azungu’s achter in de Mathola in dit dorpje gezien want het halve dorp liep uit om tijdens het inladen de Azungu’s te bekijken. Erg leuk allemaal en het is ook erg leuk om uit / toe gelachen te worden als je wat woordjes Yao of Chichewa uitkraamt.
In ieder geval een erg geslaagde trip.
We hoeven niet elke keer ver weg voor een toeristische activiteit trouwens want in Mangochi zelf hebben we Fort Johnston en het Lake Malawi Museum. Ooit, toen Dr Livingston zich als missionair settelde rond Lake Malawi, was Fort Johnston één van de belangrijke punten voor hen. Mangochi heette in die tijd dan ook Fort Johnston. Langs de Shire river zou Fort Johnston nu nog zijn en dat was het bezoeken waard volgens de reisverhalen. Dus erop af. Allereerst een paar drankjes bij een lodge/café genaamd Fort Jonhston. Hier kun je rustig voor je uit staren over de mooie Shire, dus waarschijnlijk is dit wel een plek waar ik vaker zal komen. Daarna ging ik rondvragen waar het Fort zelf was. Ik kreeg wat vage antwoorden en ze keken me soms ook aan alsof ik een ingewikkeld wiskunde vraagstuk aan hen voorlegde. Eerst dacht ik dat het gewoon een taal probleem was maar na een tijdje kwam ik erachter dat waar we net onze drankjes hadden gehad, Fort Johnston was. Ik had helemaal een kasteelachtig iets verwacht of nog iets van een ruïne, maar het was nu gewoon een leuke lodge met een mooi uitzicht.
Maar gelukkig hebben we nog een tweede toeristische trekpleister in Mangochi, en dat is het Lake Malawi Museum. De eerste twee keer dat we daar voor de deur stonden hadden ze geen elektriciteit, maar 3x is scheepsrecht en konden we naar binnen. En het viel me niks tegen moet ik zeggen. Veel info over de geschiedenis en alle stammen in Mangochi District. Over dat één van de oudste voorouders van ons mensen hier zijn teruggevonden en over de natuur van Lake Malawi en omgeving. Het is geen Rijksmuseum, maar toch voor Mangochi begrippen was het een heel goed en mooi museum. En we hebben weer mooi wat kunstzinnigs gedaan, het kan allemaal in Malawi.
En ten slotte is naar de kapper gaan, ook een hele gebeurtenis hier. Overal staan hokjes langs de kant van de weg van 2 bij 2 meter, met de titel ‘barber’. Dus ik bij eentje naar binnen. De kapper kon geen woord Engels maar ze hebben aan de muur allemaal foto’s hangen van mogelijke kapsels en hij maakte duidelijk dat ik daar uit kon kiezen. Van P. Diddy en 50 Cent tot Bob Marley en Shaggy. Ik kon kiezen wat ik wilde. Bovendien zijn de meeste mannen hier kaal of net niet kaal, dus dat kon ik ook kiezen. Maar dat was toch niet helemaal wat ik wilde. Dus ik heb iemand gevraagd of die kon gaan vertalen voor mij over wat ik wilde. Dat kwam allemaal wel goed gaf de kapper zelfverzekerd aan. De tondeuse werd gepakt en er werd een kop op gezet. En met één hand uit de losse pols ging de tondeuse door mijn haar. Af en toe verveelde de kapper zich geloof ik want tijdens mijn tondeuse beurt heeft die de helft van de tijd naar buiten gekeken en was die wat aan het lullen met de mannen die allemaal nieuwsgierig kwamen kijken. Na de eerste ronde werd er een nieuwe kop op gezet en ging die weer aan de gang, want blijkbaar heeft de mannen kapper hier geen schaar, maar werken ze alleen met de tonduese. Het haar bleef maar van mijn hoofd vallen. Uiteindelijk met de derde kop ging die iets preciezer aan het werk, wat betekent dat hij keek naar wat die aan het doen was en niet kris kras door mn haar ging met de tondeuse.
Al vrij snel was hij klaar en 1 euro rijker. De spiegel werd tevoorschijn gehaald, en wonder boven wonder was ik nog niet kaal. Wel ben ik 3 kwart van mijn haar kwijt, maar het eindresultaat was helemaal niet zo erg als ik had verwacht. Erg kort, en een beetje strak, maar met een weekje of 2 en een beetje gel zal het wel helemaal goed zijn. En eigenlijk is het ook wel lekker, want ondanks dat het hier hartje winter is kan het hier toch behoorlijk warm zijn.
Afgelopen weekend zijn Patricia en Marjolijn helaas vertrokken richting Nederland, maar nieuwe Nederlands zijn alweer geïmporteerd. De medical interns uit Leiden en Groningen blijven komen, en gaan meestal weer na een week of 5. Erg interessant, en leuk om andere een beetje de weg te wijzen, maar soms ook irritant dat je steeds weer opnieuw elkaar moet leren kennen. Gelukkig blijven alle Malawiers wel gewoon waar ze zijn, dus die contacten zijn gewoon voor een langere periode. Af en toe eet ik bij Austin, de nieuwe accountant van het College of Medicine hier, die ongeveer tegelijk met mij aankwam in Mangochi, en soms ga ik even op pad met één vd guards die mij maar al te graag rondleiden of wat dan ook. En natuurlijk ben ik veel op pad met Mary en Elliot voor mijn onderzoek, dus ik leid absoluut geen lonely life hier.
Voor idereen die het einde van dit bericht heeft gehaald, Zigòmó Kwambierie voor het lezen, en have fun in de vakantie allemaal.
Haiewa
-
20 Juli 2009 - 13:29
Judith:
Zo, dat is me een verhaal.. Maar voor eentje! Super om te lezen wat jij daar allemaal beleeft. Hoe gaat het eigenlijk met je onderzoek? :)
Nou, jij vermaakt je nog wel even. Wij ook wel hier in het regenachtige Nederland....
Liefs Judith -
20 Juli 2009 - 14:38
Arjen:
Sjonnie! Zo te lezen verveel jij je helemaal niet! Mooi uitgebreid verhaal, leuk om te lezen! Je hebt niet zoveel geschreven over je onderzoek;) maar dat zal ook vast wel goedkomen! Veel plezier de komende tijd en met de vele tripjes die je nog gaat maken. En natuurlijk succes met het onderzoek! Spreek je! Gr Arie -
20 Juli 2009 - 14:45
Gogem:
Heeeeeey jonge! Met mij alles wosope, met jou ook zo te lezen :D Lekker lang verhaal weer, maar mooi om te lezen! Keep them coming dus :) Wat gaat de tijd snel hè, niks aan zeker :P Hee rustig aan jonge, en tot 't volgende verhaal van twee kantjes ;)
-
20 Juli 2009 - 18:06
Marieke:
Wat een verhalen, je hebt zo te horen geen tijd om je te vervelen.
And no worries about the hair, 't groeit vanzelf wel terug (alhoewel ik wel heel erg benieuwd ben naar het resultaat :-p. Toevallig geen foto bij de hand?).
Geniet met volle teugen ja hyvää lomaa sinullekin :-)
groeten uit wisselvallig België
-
20 Juli 2009 - 18:46
Eline :
He Dyon,
IK BEN JALOERS!!!! Het doet me weer zo aan SA denken... Maar ik lees dat je weer goed geniet, dus heel veel plezier en als je terug bent moeten we echt weer eens een reunietje doen in Eindhoven!
groetjes
Eline -
20 Juli 2009 - 20:28
Thea:
hee dyon, waarom was jij ook al weer in het verre malawi??? je haalt er in elk geval een heleboel geniet-tijd uit!!!
ook succes met je onderzoek!
groetjes -
20 Juli 2009 - 21:01
Peter:
Hoi Dyon,
Ontzettend leuk om je verhalen van Malawi te lezen. Jij maakt nog eens wat mee daar..top.
Hier in Heerenveen is het een stuk rustiger. Alhoewel..en grote brand heeft 't Houtsje en Bleeker verwoest. Dus drink jij voorlopig maar wat in de Reaggae Bar..
Heel veel succes en plezier daar.
Hartelijke groet vanuit Heerenveen van je buurtjes Peter en Paulien -
20 Juli 2009 - 21:11
Brüder:
Hé Uli (ja dat is dus ook Yao, of wist je dat al die tijd al?)
Je bent fijn bezig ouwe natuurman. Sta er niet van te kijken als je in je volgende stukje schrijft dat je met bergleeuwen geworsteld hebt.
Stikjaloers ben ik maar één ding wil ik van je vragen, zet alsjeblieft een foto van je nieuwe coupe online.
Groetjes uit Grun! -
21 Juli 2009 - 09:37
Marijke:
Wow, Dyon de foto van die olifant is inderdaad echt prachtig!!
Ik ben echt heel jaloers! Wat een verhalen en wat een leuke dingen maak je mee!
Grappig he, als het hele dorp je naroept omdat je blank bent haha.
Ben, net als iedereen hierboven, wel erg benieuwd naar je haar & naar je onderzoek! X -
21 Juli 2009 - 18:47
Duufke:
Dyon,wij weten dat je daar ontzettend geniet met alles waar je mee bezig bent.
Wees trouwens maar blij dat je in het Nat.Park in een jeep zat,en dat je er niet op je nieuwe fietsje doorheen moest.Zelfs met je"strakke coupe"was het dan waarschijnlijk niet goed gegaan.Groetjes. -
23 Juli 2009 - 13:28
Wilma:
Sjonnie!
Leuk om weer wat van je te horen!
Je verhalen blijven leuk om te lezen, ondanks de lengte! :P
Mooi, die foto van die olifant, maar waar blijven de foto's van je korte koppie!!? :P
Veel plezier nog!
x Wilma -
23 Juli 2009 - 13:59
Lindy:
Hi Dyon! Ik heb het einde gehaald hoor! Was weer erg leuk om je belevenissen te lezen. Lijkt me super eng als twee van die olifanten op je afstormen! Hey veel plezier! -
25 Juli 2009 - 18:09
Patricia:
Mooi verhaal joh! Ik wou dat ik er nog was :P Haha
"dansles" at Thomas's....ja dat herinner ik me nog goed ;) xx tries -
26 Juli 2009 - 18:41
Klaas:
Heel mooi en ik kan begrijpen dat je het erg goed bevalt daar, maar stiekem trainen he. Mooi is dat is mijn voorsprong straks weer weg,maar hoe hoog zijn die heuvels daar meer dan de viaducten hier?
Moet ik misschien toch nog naar Limburg om te trainen? -
05 Augustus 2009 - 10:17
Laura:
Hee dyon!
Leuk om je verhalen te lezen, en ik heb je beide kaartjes gekregen! Dankjewel, dat je daar nog aan hebt gedacht tussen alle drukte daar. Ze kwamen ook op dezelfde dag aan. En ik zal ze inderdaad goed bewaren.
Groetjes Laura -
06 Augustus 2009 - 18:35
Miriam:
.. mis je hier echt een beetje en tot november.. puuh nog een lange tijd.. maar dan gaan we weer eens op stap. groetjes en veel plezier nog..... -
11 Augustus 2009 - 17:38
Rika :
weet niet wat zigomo kwambierie betekend maar blijf schrijven erg leuk!
mooie foto van de olifant
en als ik jou was zou ik toch maar chibuku proeven je weet maar nooit groetjes rika yntze silke -
12 Augustus 2009 - 06:46
Sjoerd:
Wat vet! Je hebt daar gewoon de Thaise olifant rondlopen! Haha, merk dat je al een aardige Yao-local begint te worden. Supervet dat daar tussen die fietstaxi's ook nog een bleekscheet rondfietst.. Ik zeg oant sjen en succes!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley